Klinische redeneren bij schouderpijn

In het eerste deel van deze cursus zal de state-of-the-art van de huidige behandelinterventies worden besproken, waarna we de focus verleggen naar de belangrijkste processen die spelen bij schouderpijn. Zo wordt de rationale voor deze innovatieve wijze van onderzoeken en behandelen van schouderklachten gelegd. Hierin wordt ook de rol van het zenuwstelsel en psychologische factoren bij deze schouderklachten mee besproken. Over de onderlinge relaties van deze processen en het klinische belang hiervan zal worden gediscussieerd. Aan de hand van casuïstiek zullen we bekijken hoe deze processen/factoren geïnventariseerd of onderzocht kunnen worden tijdens de anamnese en het klinische onderzoek. Tot slot zal er besproken worden welke behandelinterventies effectief zijn om patiënten met schouderklachten met verschillende kenmerken te behandelen.

Doelstelling

Hoofddoelstelling: na de cursus bent u in staat om het belang van het ‘whole body’-principe bij patiënten met schouderklachten uit te leggen en heeft u hiervoor voldoende middelen om dit praktisch te kunnen gaan toepassen.

1. Na de cursus bent u in staat zijn om drie algemene factoren die gerelateerd zijn aan een schouderklachten te benoemen en te verklaren.
2. Na de cursus bent u in staat om op basis van de algemene factoren specifieke instrumenten (3) te benoemen die aan het huidige klinische onderzoek kunnen worden toegevoegd.
3. Na de cursus bent u in staat om op basis van de voorgaande factoren en instrumenten naast de lokale behandelstrategie een algemene, gegeneraliseerde behandelstrategie te beschrijven en kunnen verklaren waarom deze strategie nuttig kan zijn.
4. Na de cursus het belang van een holistische benadering bij patiënten met een FS kunnen uitleggen

Studiebelasting

6 contacturen

Didactische werkwijze

Instructie (theoretische uiteenzetting), Casuïstiek, Discussie

Cursusmateriaal

PowerPoint presentatie