Als je met 3 of meer collega’s tegelijkertijd aanmeldt voor dezelfde cursus op een locatie is er groepskorting mogelijk! Neem dan contact met ons op.
vanmiddag (5 juni) van 13:00 tot ongeveer 14:00 uur zal de website niet beschikbaar zijn i.v.m. onderhoud.
Aspecifieke schouderpijn wordt ook ‘medisch onbegrepen’ schouderpijn genoemd omdat de pijn niet direct in verband kan worden gebracht met medisch aantoonbare schade of anatomische afwijkingen. Dit geldt voor het merendeel van de schouderpatiënten in de dagelijkse huisartsen- en fysiotherapeutenpraktijk. Klik hier voor een uitgebreid artikel in de Fysiopraxis van juni 2019.
Bij mild specifieke schouderpijn is er sprake van geringe aantoonbare schade (met MRI, X-foto, echografie) die goed reageert op conservatieve aanpak. Dit kan worden gestaafd met de“24 uur regel”. Het klassieke ‘impingementsyndroom’ van de schouder is het totaal van symptomen en tekenen dat in verband kan worden gebracht met een scala aan stoornissen binnen en buiten het glenohumerale systeem (de Humeroscapular Motion Interface). Zoals functiestoornissen van de wervelkolom, coördinatiestoornissen in de spierfunctie van de schoudergordel (scapuladyskinesie) en schouderinstabiliteit. Op de lange duur kan dit zeker ook tot medisch aantoonbare schade leiden binnen en buiten het schoudergewricht (specifieke schouderpijn) waarbij de expertise van een schouderorthopeed gewenst is.
Binnen het klinisch redeneren krijgen de richtlijnen, het meerdimensionale belasting- belastbaarheidmodel (de emmer- en gazonmetafoor) en de contextuele factoren een belangrijke plaats. Het onderzoek- en behandelprotocol van Egmond en Schuitemaker wordt daarom gedifferentieerd aan de hand van 3 protocolprofielen. De multidisciplinaire richtlijn Subacromiaal Pijn Syndroom (SAPS) uit 2012 en de Clinical Practice Guidelines (APTA) uit 2013 met betrekking tot de “Adhesive Capsulitis” (Frozen Shoulder) nemen een belangrijke plaats in tijdens deze praktijkgerichte cursus voor eerste lijns fysio- en manueeltherapeuten. Ruud Schuitemaker maakt deel uit van de SNN-expertcommissie Frozen Shoulder. Deze hield zich bezig met de ontwikkeling van een Nederlandse richtlijn voor conservatieve aanpak van de FS die in 2017 is gepubliceerd.
Na iedere cursus vindt er een uitgebreide actualisatie plaats door docent Ruud Schuitemaker (in nauwe samenwerking met Dick Egmond) en gastdocent op dag 4: Jan Hermans. Sinds 2006 is daarom zowel de inhoud als de naamgeving van deze topcursus steeds aangepast.
Er wordt gestart met het benoemen van alle benodigde ingrediënten voor het onderzoek- en behandelprotocol bij aspecifieke- en mild specifieke schouderpijn. Het klinisch redeneren volgt de 7 fasen van de KNGF richtlijn fysiotherapeutische dossiervoering uit 2016. Bij de eerste 5 fasen (screening en diagnostische fase) zullen het Common Sense Model en de van Egmond en Schuitemaker bekende metaforen, de zin en onzin van provocatietesten en de zin van reductietesten een belangrijke rol spelen. Egmond en Schuitemaker bieden een voorstel voor verbeterde diagnosecodering. Bij het conservatief ‘behandelen’ (het uitleggen, sturen en begeleiden, voorwaarden scheppen, het aanspreken van intrinsieke compensatiemechanismen, het oefenen en trainen) zullen de wervelkolombehandeling, ribmobilisaties, het algoritme van de manuele therapie, scapuladyskinesie, schouderinstabiliteit, het (zinvol) gebruik van klinimetrie en het geleid actief en actieve excentrisch oefenen ruime aandacht krijgen. De circumductie- en deviatiebeweging nemen hierbij een centrale plaats in. De moderne kijk op descriptieve en functionele anatomie (‘new anatomy visie’, het begrip ‘tensegrity’ en de praktische toepassing daarvan op het myofasciale bindweefselapparaat (mono-, oligo- en polyarticulair) zullen u op zijn minst inspireren. De recente samenwerking met onze Belgische collega’s van Pain in Motion heeft ook geleid tot integratie.
Doelstelling
Na het volgen van de cursus is de fysiotherapeut bekend met de theoretische achtergronden en praktische mogelijkheden van de best mogelijke conservatieve aanpak (het onderzoeken, behandelen en begeleiden) van patiënten met aspecifieke en mild specifieke schouderpijn (evidence based). De cursist beschikt dan over ruim voldoende basiskennis- en vaardigheden om te kunnen participeren binnen een regionaal schoudernetwerk dat voldoet aan de toelatingseisen van Schoudernetwerken Nederland (SNN).
Studiebelasting
6 uur voorbereidingstijd en 27 contacturen
Studiemateriaal
Een praktische 4-daagse met Ruud Schuitemaker, waarin hij het onderzoek- en behandelprotocol bij aspecifieke- en mild specifieke schouderpijn uitwerkt.
en
Hét platform voor scholing voor fysiotherapeuten om
zich te blijven ontwikkelen en op de hoogte te blijven
van de laatste ontwikkelingen.
Geheel verzorgde cursussen met gerenommeerde docenten.
Laat je kort en bondig informeren in jouw eigen omgeving over diverse thema’s.
Een volledig verzorgde cursus op jouw praktijk of instelling voor 15 tot ca. 20 personen.
Wil je op de hoogte gehouden worden van ons aanbod en van het laatste nieuws en ontwikkelingen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en we informeren je wekelijks.