Als je met 3 of meer collega’s tegelijkertijd aanmeldt voor dezelfde cursus op een locatie is er groepskorting mogelijk! Neem dan contact met ons op.

vanmiddag (5 juni) van 13:00 tot ongeveer 14:00 uur zal de website niet beschikbaar zijn i.v.m. onderhoud.

Bewegen als medicijn

De rol van de fysiotherapeut bij het metabool syndroom

Een samenvatting van: Chomiuk T, Niezgoda N, Mamcarz A & Śliż D. (2024). Physical activity in metabolic syndrome1, en een vertaling naar de fysiotherapeutische praktijk.

Het metabool syndroom vormt wereldwijd een groeiend gezondheidsprobleem en is nauw verbonden met de stijgende prevalentie van obesitas2. Het metabool syndroom omvat een combinatie van risicofactoren – zoals abdominale obesitas, hypertensie, insulineresistentie en een hoge triglyceriden en lage HDL-waarde– die gezamenlijk het risico op cardiovasculaire aandoeningen en diabetes type 2 sterk vergroten.

De narratieve review van Chomiuk en collega’s beschrijft de invloed van verschillende vormen van lichamelijke activiteit op de componenten van het metabool syndroom. Daarnaast wordt benadrukt dat fysieke activiteit een centraal onderdeel vormt van de aanpak van het syndroom. Dit biedt fysiotherapeuten niet alleen wetenschappelijke onderbouwing, maar ook concrete handvatten voor de praktijk. Door oefentherapie, leefstijlbegeleiding en multidisciplinaire samenwerking te combineren kan de fysiotherapeut een centrale rol vervullen in aanpakken van dit gezondheidsprobleem.

De rol van de fysiotherapeut

Signaleren

Fysiotherapeuten kunnen vroegtijdig risicofactoren en symptomen van het metabool syndroom herkennen. Signalen die aanleiding kunnen geven tot fysiotherapeutisch handelen zijn onder andere:

  • Overgewicht of abdominale obesitas (buikomtrek >94 cm bij mannen, >80 cm bij vrouwen);
  • Verhoogde bloeddruk of klachten van vermoeidheid/inspanningsintolerantie;
  • Sedentair gedrag (langdurig zitten, weinig dagelijkse beweging);
  • Verminderde fysieke fitheid of inspanningscapaciteit;
  • Prediabetes of gestoorde glucoseregulatie.

Door deze signalen vroegtijdig te herkennen en op tijd te handelen, kan de fysiotherapeut niet alleen bijdragen aan het herstel of behoud van de gezondheid van de patiënt, maar ook preventief optreden om verergering van klachten te voorkomen.

Handelen

Als expert in het bewegend functioneren heeft de fysiotherapeut een actieve rol in gedragsverandering en gezondheidsbevordering3. De behandeling richt zich op:

  • Oefenprogramma’s op maat, met een combinatie van aerobe training en krachttraining;
  • Stimuleren van naleving van de Nederlandse beweegrichtlijnen: minimaal 150 minuten matig-intensieve beweging per week, minimaal twee keer per week spierversterkende activiteiten en balanstraining4;
  • Ondersteuning in het verminderen van sedentaire tijd;
  • Samenwerking met andere zorgverleners voor duurzame leefstijlverandering.

Methode van de studie

Chomiuk en collega’s analyseerden een breed scala aan onderzoeken, variërend van klinische interventiestudies tot meta-analyses, gericht op populaties met overgewicht, insulineresistentie en/of hypertensie, om de impact van fysieke activiteit op metabole parameters te beoordelen.

Narratieve review vs. systematische review

In tegenstelling tot een systematische review, waarin studies worden geselecteerd op basis van vooraf vastgestelde zoekcriteria en strikte methodologische richtlijnen, betreft het artikel van Chomiuk en collega’s een narratieve review. De auteurs hebben daarbij een breed en divers scala aan recente wetenschappelijke publicaties samengebracht om de fysiologische mechanismen en praktische effecten van fysieke activiteit bij het metabool syndroom te beschrijven.

De keuze voor dit type onderzoeksdesign is passend, gezien de complexiteit en breedte van het onderwerp. Binnen het domein van lichamelijke activiteit en metabole gezondheid bestaan aanzienlijke verschillen in populaties, interventietypen en uitkomstmaten. Een narratieve benadering biedt de mogelijkheid deze variatie te overzien en de bevindingen adequaat binnen hun klinische context te plaatsen.

Hoewel deze aanpak waardevolle theoretische en praktische inzichten biedt, is de methodologische kwaliteit minder sterk dan bij een systematische review of meta-analyse. Voor toepassing in de praktijk vraagt dit om een kritische interpretatie van de resultaten en, waar nodig, het raadplegen van de oorspronkelijke studies om conclusies en aanbevelingen zorgvuldig te onderbouwen.


Resultaten

Het onderzoek van Chomiuk en collega’s laat zien dat zowel aerobe als weerstandstraining effectieve interventies zijn voor het verbeteren van metabole gezondheid, namelijk;

  • Aerobe training verlaagt de bloeddruk, verbetert het lipidenprofiel en vermindert het visceraal vet;
  • Krachttraining verhoogt de spiermassa en insulinegevoeligheid en verbetert de lichaamssamenstelling;
  • Gecombineerde trainingsprogramma’s, zowel aerobe training als krachttraining, leveren de grootste gezondheidswinst op. Er worden resultaten beschreven zoals een betere glucoseregulatie, vetverbranding en cardiorespiratoire fitheid.

Daarnaast wordt het stimuleren van non-exercise activity thermogenesis (NEAT) aanbevolen. In het Nederlands bekend als spontane dagelijkse lichamelijke activiteit, zoals traplopen, wandelen of huishoudelijk werk. Spontane dagelijkse fysieke activiteiten kunnen tot 15% bijdragen aan de totale energieverbranding en vormen daarmee een laagdrempelige strategie om sedentair gedrag te verminderen*.


Trainingsaanbevelingen

Soort programmaFrequentieVoorbeelden van activiteiten
Aerobe training150–300 minuten/week matig-intensief (3–5,9 MET)Stevig wandelen, fietsen (15 km/u), tuinieren, wateraerobics
Aerobe training75–150 minuten/week krachtig-intensief (≥6 MET)Hardlopen, touwtjespringen, zwaar tuinwerk, fietsen (>15 km/u)
KrachttrainingMinimaal 2x per week op 60–80% van 1RM1–3 sets, 8–12 herhalingen, 8–10 oefeningen met gewichten, elastieken of toestellen

Tabel 1: Aanbevelingen voor lichamelijke inspanning op het verlagen van risico op het krijgen van cardiovasculaire aandoeningen, afkomstig uit het onderzoek van Chomiuk en collega’s. 


Conclusie

Chomiuk en collega’s concluderen dat elk klinisch onderdeel van het metabool syndroom kan worden beïnvloed door lichamelijke activiteit, wat een goedkope en toegankelijke manier is om het metabool syndroom te voorkomen en te behandelen.

Aerobe training, krachttraining en dagelijkse spontane activiteit vormen samen een effectieve aanpak voor het verbeteren van metabole en cardiovasculaire gezondheid. Zelfs bij geringe gewichtsreductie leidt regelmatige beweging tot een verbeterde insulinegevoeligheid, een gunstiger lipidenprofiel en een lagere bloeddruk.


Aanbevelingen voor de dagelijkse praktijk
  • Stimuleer een extra blok om wandelen en/of stap een tram-/bushalte eerder uit te stappen om meer spontane dagelijkse lichamelijke activiteiten te stimuleren.
  • Kies een aerobe activiteitenvorm die past bij interesses en leefomgeving van de patiënt, zoals stevig wandelen met de hond, fietsen naar de winkel of tuinieren.
  • Introduceer krachttraining laagdrempelig met functionele oefeningen, zoals zitten-naar-staan, traplopen of elastieken, en bouw uit naar 2 vaste sessies per week.

* Voor uitgebreide informatie over de percepties rondom bewegen en sedentair gedrag bij volwassenen met overgewicht en obesitas, heeft Renske Annevelink in 2024 een blog geschreven: Percepties over bewegen en sedentair gedrag bij volwassenen met overgewicht en obesitas.


Literatuur

1.         Chomiuk T, Niezgoda N, Mamcarz A, Śliż D. Physical activity in metabolic syndrome. Front Physiol. 2024;15:1365761.

2.         CBS. Obesitas afgelopen 40 jaar verdrievoudigd. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Available at: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/10/obesitas-afgelopen-40-jaar-verdrievoudigd.

3.         Mutsaers JHAM, Ruitenbeek TH, Schmitt MA, Veenhof C, Driehuis F. KNGF Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Over het vakgebied en rollen en competenties van de fysiotherapeut. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF); 2021.

4.         Gezondheidsraad. Beweegrichtlijnen 2017. Den Haag 2017.