De cursus start met een e-learning. In de e-learning worden eerst de algemene uitgangspunten voor het kinderfysiotherapeutisch onderzoek en de behandeling besproken. Vervolgens bespreken we de groei en ontwikkeling van de zuigeling. Dan volgen het onderzoek en de behandeling. We gaan uit van de mogelijke hulpvragen waarmee ouders van een zuigeling met een voorkeurshouding naar de kinderfysiotherapeut komen, de kapstok waarlangs het onderzoek en de behandeling wordt behandeld is de HOAC, zodat het klinisch redeneerproces logisch gevolgd wordt. Tijdens de praktijkdag zullen we de onderzoeks- en behandelvaardigheden die nodig zijn om het kind en de ouders adequaat te kunnen helpen oefenen. Ook besteden we tijd aan het opstellen van een kinderfysiotherapeutische diagnose, het formuleren van hoofd- en subdoelen en aan de samenwerking met netwerkpartners rondom de zuigeling. Na afloop van deze cursus ben je in staat een zuigeling met een voorkeurshouding evidence based te onderzoeken en behandelen binnen het zorglandschap in jouw regio.
Doelstelling
Na het doorlopen van de e-learning en de praktijkdag kun je:
- De uitgangspunten voor het klinisch redeneren van de kinderfysiotherapeut benoemen;
- De motorische ontwikkeling van een zuigeling tot los lopen beschrijven;
- Hypotheses opstellen voor een zuigeling met een voorkeurshouding;
- Onderzoeksdoelen en – middelen vaststellen om deze hypotheses te verwerpen of aan te nemen;
- Het kinderfysiotherapeutisch onderzoek uitvoeren, meetinstrumenten scoren en interpreteren;
- Een kinderfysiotherapeutische diagnose formuleren;
- Doelen formuleren voor de kinderfysiotherapeutische behandeling;
- Een kinderfysiotherapeutische behandeling uitvoeren;
- Het zorglandschap rondom de zuigeling in kaart brengen en samenwerkspartners benoemen.
Studiebelasting
3 uur e-learning en 6 contacturen
Didactische werkwijze
Interactieve presentaties, oefenen praktische vaardigheden, discussie en casuïstiek
Cursusmateriaal
PowerPoint presentatie
